BITCHES BREW 43 remote vanuit Studio Bookworm 5.12.2020 20-22u

De beroemste jazzclub ter wereld, en misschien zelfs de langst bestaande, is zonder enige twijfel, de Village Vanguard op de 7th Avenue South, in hartje Greenwich Village, NYC. Het zicht zowel buiten als binnen valt wat tegen: is het dat maar … Maar, net zoals bij de jazz zelf, gaat het om de sound van deze room. En die is, nogal mysterieus, uniek. Het is een beetje zoals in de auto, alles klinkt daar ook beter. Eigenaar Max Gordon opende de deuren van de club in 1935, als The Golden Triangle, en dit omdat de vorm ervan een driehoek, gelijkbenig voor de liefhebbers, is en in de top is een minuscuul podiumpje. In het begin waren het vooral folkmuziek en poëzie-lezingen die volk moesten binnentrekken. Maar op zondagnamiddag waren er jam-sessies die aldra schoon(der) volk aan lokten, zoals daar waren, Lester Young, Ben Webster, Roy Eldrigde … de solisten, dus, van de toen immens populaire swing bands, die achter hun uren, nog wel eens een vrije noot of 2,3 wilden blazen. En, naarmate de kleinere – en dus, ook goedkopere – bop groepjes in de oorlogsjaren en vlak erna, de kaas van tussen de swingboterham stalen, begon de VV ook meer en meer moderne jazz te programmeren.

In 1957 zag Max het licht, en maakte hij was, helemaal en de folkniks en de beatpoets mochten de rug rechten en ophoepelen. Meteen erna had de eigenaar ook het geluk dat Sonny Rollins, de saxofoon-kolos, er met een trio, enkel met bass en drums dus, een 33cm-vynilschijf wou opnemen. Toen in de jaren erna, ook Bill Evans en John Coltrane er, op zijn zachtst geschreven, baanbrekende opnames maakten, was het hek van de dam. De VV werd dé plek waar men zijn ‘definitieve’ live-ding kon doen …

En het moet gezegd, die klank, bij Bill Evans hoor je zelfs de ijsblokjes in de whisky tingelen (!), is miraculeus. Onze Miles is nooit, hoewel er tientallen, van elders club-tapes, door fans stiekem opgenomen, bestaan, vastgelegd in de VV. Behalve die ene keer, in 1981, toen hij onverwacht – hij was al meer dan 5 jaar verdwenen – verscheen en een 8 minuten lang bij de houseband van Mel Lewis, de drummer, soleerde. Die opname hebben we, maar ’t is voor een andere keer … de kwaliteit is afreus, en we durven dus nog niet goed … Alles op zijn tijd.

Maar, wees blij en opgewekt na Radio Klebnikov, u krijgt veel ander lekkers te horen: de reeds genoemden, Sonny R, Bill E en John C, en nog een hele resem anderen: Woody Shaw, Bill Frisell, Brad Mehldau, Ambrose Akinmusire en Gerald Clayton, de voorlopig laatste jazz-er die net een uitstekende Happening – Live At The Village Vanguard-album uitbracht.

(uitgebracht op Blue Note, juli 2020)

Het laatste nieuws is dat de VV, die voorheen nog nooit gesloten was, zelfs niet tijdens de naweeën van 9/11, geloof ik, voor CV toch door de knieën moest, maar nu als een ster herrezen is, en zelfs nu live-gestreamd wordt ! Rekening houdende met het tijdverschil, zal zo het quartet van Christian McBride met de onvolprezen Nasheet Waits op drums, vanavond, na uw voorbereiding tijdens dit Bitches Brew air-shot, zo omstreeks 5AM de web-ether opvrolijken. Let wel: het is niet gratis, het kost u zo’n 10 U$, maar dat lijkt me, in deze stormachtige tijden, best billijk.

Volgende week: aandacht voor de nieuwe Mojo, met een beetje een jaaroverzicht – elke reden is goed om Bob Dylan eens te laten horen, zou ik zo zeggen – en 2 andere grotere, belangrijke concert- en opname-plekken, de Fillmore West, in San Francisco, en de Fillmore East, in New York, slechts kort bestaan, maar toch de kiem voor de huidige concert-scene.

Meer lezen: Max Gordon – Live At The Village Vanguard (1980 – Da Capo Press, NYC), het levensverhaal van de stichter en eigenaar, met kostelijke hoofdstukken over Miles en Charles Mingus.
Meer luisteren: John Coltrane, The Complete 1961 Village Vanguard Recordings (1997 -MCA/GRP – Impulse), het mooi uitgegeven audio-verslag van het vooruit-kijkend, risico-nemend experiment door de (uitgebreide) eerste, eigen groep van de saxofonist, met Eric Dolphy in hemel-bestormende vorm.
Meer zien: het Ravi Coltrane Quartet, Live at the Village Vanguard op 13.10.2013, de zoon van mét het talent, met David Virelles en Johnatan Blake, op YT.


BITCHES BREW 42 remote 28.11.20

Miles was geen groot opera-liefhebber, maar hij heeft er toch één opgenomen: een instrumentale versie, met arrangementen van Gil Evans, van ‘Porgy & Bess’, een werk van George Gershwin uit 1935. Hij heeft het nooit live uitgevoerd, maar na zijn ‘comeback’ in 1981 gebruikte hij wel 1 thema, nl. ‘My Man’s Gone Now’ als uitgangpunt voor een funky-reggae work-out op het live-album ‘We Want Miles’.

En daarmee zijn we vertrokken voor een live versie van de rock-opera ‘Tommy’ van The Who. Nadat Pete Townsend al zijn creativiteit en inventie in de single ‘I Can See For Miles’ uit 1967 had gestoken, bleek de schijf geen verkoopsucces in de UK. De groep kwam tot het inzicht dat de tijd van 45 rpm’s voorbij was, en moesten, wilden ze relevant blijven in het Post-Pepper Tijdperk, overstappen naar de long-playing record, in de volksmond, de elpee, dus. Terzelfdertijd was Townsend in contact gekomen met de teachings van Meher Baba, een Indiase guru. Die had zich in 1925 zichzelf het zwijgen opgelegd en bleef zijn mond houden tot hij stierf ! Niettemin legde hij contact met talloze volgelingen bij middel van een alfabetbord en specifieke handbewegingen, die hij terzake uitvond. Het zou ons te ver leiden om hier in te gaan om de ideeën van de Baba, maar om er toch iets over te zeggen: het gevleugelde ‘Don’t Worry, Be Happy’ zou van hem zijn …

Townsend stelde zich als doel om de gedachten van de guru in popmuziek om te zetten, en dat werd dan ‘Tommy‘, de eerste as-such genoemde rock-opera. Het verhaal van Tommy kunt u nalezen op de nederlandstalige Wikipedia, en ligt trouwens ook niet écht vast. Wat dat wel is, is de exuberante creativiteit en de explosieve sound van Pete Townsend, Roger Daltrey, John Entwistle en Keith Moon. Het werd dan ook een weergaloos succes nadat het dubbelalbum in een elegant hoesontwerp werd uitgebracht in mei 1969. De Tommy tournee, meer dan 1 1/2 jaar lang, en die o.a. ook op Woodstock weerklonk, zette The Who als één van de belangrijkste popgroepen op de kaart . Op dat moment wellicht dé meest dynamische, na het uiteenvallen van The Beatles.

Er bestaan 3 volledige live-opnames van de opera tijdens die tournee: de vroegste van het concert in Ottawa, in september, de laatste van op het Isle Of Wight Festival, in augustus 1970, maar wij kiezen voor die van 14 februari 1970, jawel, van hetzelfde optreden dat The Who gaven in wat toen de kantine was van de Leeds University. Het resultaat ‘Live At Leeds’ is o.a. door het blad Rolling Stone tot beste live-album aller tijden gebombardeerd. Maar dat gaf slechts een klein deeltje van het geheel prijs: vananvond hoort u de complete uitvoering van Tommy, die pas vele jaren later werd uitgebracht. Enjoy !

We chillen na de pure rockenergie van Pete Townsend en zijn kornuiten, met recente M-Base jazz van David Gilmore en Steve Coleman, iemand waar we dringend wat meer aandacht aan moeten besteden.

BITCHES BREW 41 REMOTE 21.11.2020

Remote betekent dat we ons programma niet live kunnen uitzenden wegens CV. Het is dus behelpen met een oude laptop, dito studio-software en een 40-jaar oude klein-maar-fijn Sony stereo-microfoontje, dat we ooit cado kregen van een vriendelijke traveller: een beetje primitief en amateuristisch maar op free-format Scorpio kan dat npg, en nu ik zelf kan luisteren, hoor ik toch wel dat de muziek goed doorkomt, en daar is het in onze 2 uur toch om te doen.

Vandaag, en zolang de lockdown ook voor de beroepsmuzikanten verder duurt, veel live muziek. De eerste track is, zoals steeds, Miles. Een ontketenend ‘So What‘, met John Coltrane voor de laatste keer, in april 1960 in Scheveningen, vlak bij de zee, en beiden gaan er behoorlijk tegenaan. Zodanig zelfs dat Trane bij het middernacht optreden diezelfde dag in het Concertgebouw van Amsterdam, er een beetje doorzat. Hij had alles al gegeven een paar uur vroeger.

Coltrane heeft uiteraard een flinke dosis vrijheid toegevoegd aan de moderne jazz, maar dat deed hij ook in de popmuziek van die tijd. Dat hoort u zelfs in grote hits zoals ‘Eight Miles High‘ van de West Coast band, The Byrds. En de betreurde Duane Allman legde zijn speelstijl ook uit met te verwijzen naar ‘Kind Of Blue’ van Miles met Coltrane. Dat wordt duidelijk in de 5 zeer verschillende versies die we u voorschotelen van ‘In Memory of Elizabeth Reed’, het schitterende thema geschreven door Dickey Betts, de andere lead-gitarist van The Allman Brothers. Door de tijd heen, hoor je hoe de song zich ontwikkelt en uitgebreid wordt met geimproviseerde solos van de gitaren en de Hammon B-3, en ritmepatronen door de bassist en de twee (!) drummers. Eerst de mooie originele 6′-versie uit 1970, dan een half-mislukte experiment van 12 maart 1971 uit de legendarische Fillmore East, om vervolgens te revancheren met de klassieke definitieve versie van dag erop. Na het verongelukken van Duane en Berry Oakley, de bassist, neemt de band een lichte bocht richting jazz-fusion: u hoort een lange, prachtig-melancholieke work-out van 26 september 1973 uit de Winterland in San Francisco. Wijzelf zagen dezelfde bezetting mét ook IMOER, op het eerste Knebworth Park Festival, in het rurale Hertfordshire, even ten noorden van London, in de zomer van 1974. The Allman Brothers hielden dan wel een tijd op met bestaan, maar in 1990 werden alle ruzies en rechtszaken, zo gaat dat in de VS, weer bijgelegd en met nieuwe leden zoals het zeer jonge gitaarfenomeen, Derek Trucks, neef van Butch, de drummer, en ace-gitarist Warren Hayes, beleefde de groep een 2de jeugd en werd een zeer gerespecteerde live band, die tenslotte afscheid nam in oktober 2014 van hun geliefkoosde NY-se publiek in het fabled Beacon Theatre op Broadway. The Road Goes On Forever … Uit die laatste periode, een unieke akoestische versie, met de oorspronkelijke gitarist en componist van de song, Dickey Betts en jonkie Warren Haynes.

We chillen dan naar af met nog een track van de jongste cd uit 2019 van David Gilmore, ‘From Here To Here’, uit op het kleine, Nederlandse indie-label Criss-Cross.

Meer lezen: ‘Skydog: The Duane Allman Story’ van Randy Poe (Backbeat Books, San Francisco, 2006) en ‘Please Be With Me – A Song For My Father, Duane Allman’ van Galadrielle Allman, zijn dochter die pas 2 was wanneer haar vader stierf (Spiegel & Grau, NYC, 2014). Meer zien en horen: https://www.youtube.com/watch?v=hd66VD1zm9M , een gefilmde versie van IMOER en nog veel meer wanneer je ‘Allman Fillmore 1970’ opvraagt.

BITCHES BREW REMOTE 31.10.2020

Wegens Corona-pech lukte het vorige week niet om u een noodrantsoen mee te geven. Deze week wél de volle 2 uur, weliswaar nog zonder commentaar (maar misschien denkt u: oef !). Daarom schrijven we die hier uit. We werken er aan …

Ik ben natuurlijk allang fan van Miles. Ik weet zelfs nog precies wanneer ik de eerste keer iets hoorde van hem. Het was een woensdagnamiddag in juni 1970, ik zat voor het open raam te doen alsof ik Latijn studeerde, de volgende dag hadden we daar ‘proefwerk’ van. Onze leraar wiskunde, die zelf een jazz-liefhebber was, had ons aangeraden eens naar ‘echte’ muziek te luisteren: de zijne, uiteraard. Hij vertelde ons dat er die dag om 5u op BRT 3 (het huidige Klara) een jazzprogramma voor ons bedoeld, werd uitgezonden: dat heette, gemakshalve, ‘Jazz Voor De Jeugd’. Door op het juiste moment aan de juiste knop te draaien op mijn transistorradiootje veranderde toen mijn leven. Niet meteen, eerst had de dj-van-dienst, ik denk, Sim Simons, het over Art Blakey, een razende drummer. Dat was al geen slecht begin. Dan kwam Charles Mingus, toen een naam in de folk muziek, omdat Pentangle wel op een mooie melodie van hem placht te ‘improviseren’, dat was ongehoord maar ik was me van geen kwaad bewust. En, toen … kwam ‘So What’, de bass en de piano-intro, en dan een zacht insisterende trompet unisono met een sax: 2 noten slechts, maar het was een epiphanie, om het maar zacht uit te drukken … Het wàs ook helemaal niet luid, zoals wij toen al gewoon waren, ook niet dramatisch … Eerder nadrukkelijk gewoon opgewekt, maar zónder glimlach, oproepend tot avontuur en halsreikend naar wat er achter de horizon lag … Het was me wel een stroomversnelling, zoals daar zijn in het leven, nietwaar ?


Er was een goede platenwinkel, ‘Grammofoonplaten Matthijs’, in het provinciestadje waar wij woonden, maar ik had het geld niet om elpees te kopen. We konden wel vynilplaten lenen per week in een plaatselijke afdeling van de Belgische Diskotheek, gehuisvest anderhalf uur lang op zaterdag in een bureau van de plaatselijke muziekschool. Dat koste 5 fr. (12 eurocent, x3, inflatiegewijs). Jan, mijn muziekvriend, had ‘Birth Of The Cool’ van Miles, afgaande op het toen al modieuse woord, aangevraagd. Die week kwam die dan in een doos uit de provinciehoofdstad, wel 25 km ver weg. Nu was het zo dat, als je de plaat terug bracht, die werd nagekeken op bijkomende schade, aan de hand van een kaartje erbij stak, waar de reeds aanwezige schade visueel of tekstueel aangeduid was. En zo gebeurde het dat Jan, de elpee moest overkopen, want er was veel schade bijgekomen. Dat was een ramp, want Jan had evenmin het geld – 80 franken (2 €) – en bovendien, de muziek was vroege Miles (1948, prehistorie, toen al), en niet de elektrische Miles die we wél lusten. Maar, na de nodige fondsen aan mijn ma te hebben gevraagd, zou ik – grootmoedig, als ik was – Jan uit de nood helpen en zelf de elpee kopen. Niet dat ik hem zo goed vond, maar een elpee voor zo’n lage prijs, met ‘Miles’ en ‘Cool’ op de kaft, dat was te mooi om te laten liggen. Ook toen al, liepen we met dat soort prestige-objecten onder de arm, bestudeerd nonchalant langs de mooie meisjes van de stad. En de schade ? Dat hebben we nooit goed begrepen, want de plaat zag er goed uit en ‘sloeg niet over’ (bleef niet haperen): meer moest dat niet zijn. Dat was in september 1971 en meteen ook het begin van mijn verzameling Miles, die ondertussen, een halve eeuw later, redelijk gigantisch is uitgegroeid.


De derde aanwinst, een jaar later, in de verzameling was dan – fenomenààl – een driedubbel-elpee: ‘The First Great Rock Festivals Of The Seventies – Isle Of Wight / Atlanta Pop Festival”. Het was de tijd van Woodstock, dat eerst tot ons geraakte met ook zo’n driedubbel mirakel. Misschien niet zo sfeervol als de Moeder Aller Festival, was die nieuwe, zo mogelijk, muzikaal nóg wel beter. En daar speelde de allerlaatste track zeker zijn rol als apotheose, zoals Jimi Hendrix’s ‘Star Spangled Banner’, uit de boxen knalde, nl. ‘Call It Anything’ van … Miles Davis. Alleen die titel al was opzienbarend cool. Gevraagd door Teo Macero, de producer die er ook bij was op het eiland, hoe de lange set-zonder-tussenpauzes moest heten, had Miles gezegd: ‘Call It Anything !’. Dat was spek naar onze bek: gewoon pure muziek zonder bijbetekenis, zuivere sound, no show and other bullshit … Dat album had ook een prachtige, spectaculaire foto, van de eerste écht grote rock-fotograaf Jim Marshall, op de uitgeklapte binnenhoes: in een rode ondergaande-zon gloed staat een groep hyper-geconcentreerd te spelen voor een onafzienbare menigte. Het was pas vele jaren later dat ik me realiseerde dat het ook Miles en zijn mannen, die vanuit een podiumpositie net achter hen, vastgelegd waren, vóór die 600.000 Europese hippies ! Het grootste publiek waar ze ooit zouden voor optreden …
De muziek zelf was herkenbaar én terzelfdertijd heel ongewoon: de sound was rocky, de muzikale creativiteit was improvisatie van de hoogste jazz-plank. Rock & Folk, het Franse muziektijdschrift, beschreef ze, in hun oktobernummer, zo :
‘Miles Davis fut, à son habitude, sombre et magnifique. Noir, austère, silencieux. Feu. L’ ancien compagnon de Charlie Parker, dans un festival pop. Miles Davis, plus jeune que tout le monde, plus grand aussi. S’ il y avait des prix à la fin du festival, lui et son groupe les rafleraient tous. Meilleur orchestre, meilleure soliste, meilleur batteur, bassiste, pianiste … Un morceau, long, pas assez, bâti sur d’inextricables figures rythmiques d’ou émergeait parfois l’ ébauche d’un tempo binaire, fond sonore fragmenté mais extraordinairement dense, enrichi par des entrelacs tissés par les deux claviers, opposés, fondus, et les percussions de Airto, le brésilien, des longues interventions fluides de Bartz, et – le contraste est éttonant – des courtes phrases torturées de Miles, hachées de silences aussi expressifs que les notes elles-mêmes. Et derrière, DeJohnette, grand qui jette un fond sonore bruissant, éclatant, invraisemblable de richesse et de swing. Miles Davis et son groupe firent passer sur Wight un grand bruit noir et rouge, et le public, fasciné, autant que dérouté, comprit qu’il se passait devant ses yeux, quelque chose de different, certes, mais aussi de très grand. Il acclama, encore et encore, mais Miles ne revint pas. Miles ne revient jamais.’

En, gij nu …
MILES DAVIS – Isle Of Wight, Afton Farm, 29.8.1970 :
– ‘Call It Anything: Directions – Bitches Brew – It’s About That Time – Sanctuary – Spanish Key – The Theme’ – 35’32”
Miles Davis: trumpet, Gary Bartz: sax, Chick Corea en Keith Jarrett: keyboards, Dave Holland: el. bass, Jack DeJohnette: drums & Airto Moreira: percussion.

En we gaan verder met: TERRI LYNE CARRINGTON + SOCIAL SCIENCE – Waiting Game (2019) -‘Dreams and Desperate Measures’ – 45’02”
Drums – Terri Lyne Carrington, Acoustic Bass – Esperanza Spalding, Guitar – Matthew Stevens, Piano, Keyboards – Aaron Parks, Saxophone, Electric Bass – Morgan Guerin.
Orchestrated By – Edmar Colón: Violin – David France, Layth Sidiq, Mimi Rabson, Flute & Alto Flute – Wendy Rolfe, Clarinet, Bass Clarinet – Matthew Stubbs & Cello – Jeremy Harman.

Vervolgens … GRATEFUL DEAD – Recorded live on April 26, 1972 at the Jahrhundert Halle, Frankfurt, Germany – ‘Cryptical Encevelopment’ – 36’29”
Jerry Garcia: lead guitar & vocals, Bob Weir: lead vocals & rhythm guitar, Ron ‘Pigpen’ McKernan: organ & vocals, Keith Godchauw: piano, Donna Godchaux: vocals, Phil Lesh: bass & vocals, and Billy Kreutzmann: drums.

We ronden af met: KRIS DAVIS & BILLY DRUMMOND – Duopoly (2016) – ‘Eronel’ – 5’28”
Kris Davis: piano & Billy Drummond: drums

contact: bitchesbrew@radioscorpio.be

BITCHES BREW REMOTE 31.10.2020

Waar vorige week ons aanbod van het Noodrantsoen de mist inging, is de uitzending deze week vanop afstand. Om 20u hoort u onze Right Off-tune, en daarna volgt de toen beloofde volledige, ‘incendiary’ festival-set van Miles Davis van 29 augustus 1970 op het Isle Of Wight. Met Chick Corea, Dave Holland en Jack DeJohnette.

Daarna een meditatieve marathon improvisatie uit de verbluffende dubbel-cd van Terri Lyne Carrington + Social Science, ‘Waiting Game’, uitgebracht in november 2019. Met Esperanza Spalding, Aaron Parks en Matt Stevens.

De uitsmijter is de epische track die Rolling Stone in 2003 uitkoos als representatief voor de gitaarkunsten van Jerry Garcia, in hun lijstje ‘100 Greatest Guitarists’: een 36′ durende work-out van ‘Cryptical Envelopment’ van de live-cd ‘Hundred Year Hall’, opgenomen in Frankfurt tijdens de legendarische tournee door Europa van Grateful Dead in de lente van 1972.

De coda is een duo-improvisatie op een thema van Monk door pianiste Kris Davis en drummer Billy Drummond van haar 2016 cd-dvd ‘Duopoly’.

Omdat we er geen live commentaar kunnen bij geven, zullen we vlak voor de uitzendingen die op deze zelfde plaats publiceren.

BITCHES BREW 24.10.2020 NOODRANTSOEN

Wegens CV kunnen we slechts een kleine 3 kwartier live uitzenden en dus schakelen – hét modewoord – we … over op het Noodrantsoen. Compact maar met punch, een voorraadje Miles voor de komende week, in quarantaine of niet. En uit solidariteit met alle werkloze muzikanten levend en vers.

Vanavond: de volledige set van het Miles Davis Septet (ook al Lost) op het Isle Of Wight Festival. Het is een warme, zwoele zaterdag geweest, 29 augustus 1970, en, achter het podium gaat de zon net onder. Terwijl Joni Mitchell na een emotioneel bewogen optreden de trap afstapt, lopen Miles, in rood lederen vestje, blauw-besterde broek, zilveren schoenen, en zijn band de stage op en zien 600.000 hippies voor hen zitten, liggen én, vol verwachting, overeind komen. De MC verslikt zich: ‘Ladies and Gentlemen, please, welcome warmly, Miles … euch, euch … MILES DAVIS !” …

Meer horen: de (bijna) volledige set staat in HD-video op YouTube. Meer lezen: Paul Tingen, Miles Beyond: The Electric Explorations of Miles Davis, 1967 – 1991, Billboard Books, 2001, 352 p.

BITCHES BREW zaterdag 17.10.2020 20u

Negentig jaar geleden, op 7 augustus 1930 werden in het stadscentrum van Marion, Indiana, 2 jonge Afro-Amerikaanse mannen, Thomas Shipp en Abram Smith, gelynched. De fotograaf Lawrence Beitler nam toen een foto die het meest iconische beeld van lynching in de VS zou worden. De foto toont 2 lichamen, die in een boom hangen, omringd door een menigte gewone burgers, waaronder vrouwen en kinderen. Die inspireerde de dichter en songschrijver Abel Meeropol (pseudoniem: Lewis Allan) tot ‘ Strange Fruit’, dat door Billie Holiday voor het eerst gezongen in 1939, in Cafe Society in New York. Nadat Columbia Records het nummer had geweigerd, nam ze het op voor Commodore Records. Dankzij de zeggingskracht van de tekst en de indringende vertolking werd het lied één van de eerste expliciete songs tegen rassengeweld en discriminatie …

Zaterdag 17 oktober gaan we, tijdens het nog maar eens een broodnodig jaar voor Black Lives Matter, in op hoe de strijd voor gelijke rechten in de muziek vorm heeft gekregen. Naast de song van Billie Holiday, hoort u muziek van Duke Ellington, Leroy Carr, Sonny Rollins, Max Roach, James Brown, Curtis Mayfield, Bob Marley, Terri Lyne Carrington

In deze aflevering 37 van BB ook aandacht voor de muzikale actualiteit, met Frank Zappa’s ‘Hot Rat Sessions’, en een blik in de internationale muziektijdschriften, met ondersteuning van Grateful Dead en Jimi Hendrix

Meer lezen over muziek en Black Lives Matter: AMIRI BARAKA, ‘ Digging – The Afro-American Soul Of American Classical Music’, University of California Press, 2009, 411 p.

Meer horen: The Radio Diaries – Strange Fruit: Anniversary Of A Lynching, een radio-documentaire (12′) op de Amerikaanse National Public Radio (https://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=129025516)

BITCHES BREW

Afspraak om 20u. voor de aftrap van Jaargang 2, Aflevering 36. In de loop van de uitzending kunt u 3×2 vrijkaarten winnen voor het concert van SCHNTZL, woensdag 14 oktober, om 20u30 in 30CC/Het Wagehuys. Als u het juiste antwoord weet, op de verkeerde vraag, weliswaar …

Het jazzduo SCHNTZL, bestaande uit pianist Hendrik Lasure en drummer Casper Van De Velde, combineert jazz met elektronica. Hun minimalistische en filmische muziek doet denken aan Philip Glass en GoGo Penguin. Drie jaar geleden gooide het tweetal hoge ogen met hun titelloze debuutalbum, waarvan de openingstrack ‘Lindbergh’ ook het eerste nummer werd op de verzamelaar ‘LeFtO presents Jazz Cats’.

“De meeste songs beginnen vertwijfeld, tot alles plots in de plooi valt en een wondermooie groove of melodie weerklinkt. Elke compositie zit clever in elkaar, maar klinkt toch bijzonder spontaan …” (**** recensie ‘Catwalk‘ in Humo)

BITCHES BREW

Zaterdag 10 oktober, 20u trekken we het nieuwe seizoen van Bitches Brew op gang. Deze keer 2 uur lang, mag u uiteraard veel moderne jazz verwachten, maar ook andere improvisatie-tradities, uit alle werelddelen, zullen steevast aan bod komen.

In aflevering 36 zal, zoals steeds, de eerste track er één zijn van Miles Davis: een lange impro-supernova van The Lost Quintet, live in Rotterdam, november 1969. En dan kijken we eens wat we vorig jaar zoal gemist hebben. In de eerste plaats is dat natuurlijk het Leuven Jazz Festival, dat dit jaar jammer genoeg kwam te vervallen wegens CV. ‘De Vrouw In De Jazz’ zou centraal gestaan hebben, en daarom dus, veel muziek van vrouwelijk schoon: Alice Coltrane, Terri Lyne Carrington, Kris Davis, Muriel Grosman, Tineke Postma, Mary Halvorson, Laura Jurd, Geri Allen … Ook het gloednieuwe album van Antoine Pierre Urbex, ‘Suspended’, geïnspireerd door … Bitches Brew (! … jawel, nog min of meer) en live in januari opgenomen in Flagey, kan u horen, evenals een paar tracks (om, euh, te beginnen …) van de pas uitgekomen ‘Hard Luck Stories’-boxed set van Richard en Linda Thompson, én de ‘Hot Rats’-Sessions, een nieuwe 6-cd uitgave over het legendarische, baanbrekende album uit 1969 van Frank Zappa ( hoh, wat missen we die toch …). En wat zou u zeggen, over wat breezy Jazz Fusion uit Indonesië … Kortom, vóór u een nachtelijk stapje in de wereld zet, komt u op temperatuur met BB-édition-de-luxe !!